Schoolpleinen en speeltuinen worden steeds groener en avontuurlijker. Wat betekent dat voor kinderen met een (lichte) beperking? Suzanne van Ginneken weet alles over het groene en inclusieve schoolplein. “Een centimeter te hoog kan uitmaken of je iets kan gebruiken.”
Suzanne van Ginneken ontwerpt al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw natuurspeeltuinen en is gespecialiseerd op het terrein van inclusieve schoolpleinen en speeltuinen.
“Bij een inclusief schoolplein”, begint Van Ginneken (Speelnatuur), “gaat het ook over kinderen met een beperking. Welke beperking je ook hebt, het is zaak dat je gewoon kan meedoen en dat je er vriendjes kan krijgen. Dat is echt megabelangrijk, want er is enorm veel eenzaamheid onder kinderen met een beperking. Een speeltuin of schoolplein inclusief inrichten gebeurt echter nog veel te weinig. Terwijl er al in 2016 een VN-verdrag is geratificeerd waarin staat dat alle openbare ruimte toegankelijk moet zijn voor iedereen. Pas de laatste twee jaar merk ik dat er bij gemeenten meer aandacht voor komt, maar bij scholen leeft dit onderwerp onvoldoende. Bij de besturen niet, maar zeker niet bij directeuren en leerkrachten. Dat komt natuurlijk doordat we een gescheiden systeem hebben en kinderen met een beperking naar het speciaal onderwijs gaan.”
Iedereen uit de buurt
“In het eerste gesprek met een school”, vervolgt Van Ginneken, “vraag ik altijd: ‘Willen jullie er een inclusief schoolplein van maken?’ Dat is mijn zogeheten SamenSpeelBelofte. Meestal krijg ik echter de reactie dat dat niet hoeft, ‘want die kinderen hebben wij hier niet’. Ze denken alleen maar aan kinderen in een rolstoel, waarop mijn volgende vraag is: ‘Hebben jullie hier geen kinderen met ADHD of autisme?’ Daar hadden ze dan even niet aan gedacht en ze vergeten ook dat het plein openbaar wordt. Die kinderen wonen echter vaak wel in de buurt, maar kennen ze niet, omdat die immers naar een andere school gaan. Sommige scholen, misschien de helft, pakken dat gelukkig wel heel goed op, maar het kan veel beter.”
“Een inclusief schoolplein is dus bedoeld voor iedereen uit de buurt die daar wil spelen. Inclusief opa’s en oma’s die daar na schooltijd of in het weekend met een kleinkind spelen. Het is belangrijk dat iedereen er welkom is en dat opa en oma zich daar ook goed kunnen verplaatsen. Vaak ligt er echter te veel zand en kan oma het kind niet helpen, omdat ze er met haar rollator niet doorheen komt.”
Structuur
Het vraagt veel verschillende zaken om een ontwerp voor iedereen geschikt te maken. Van Ginneken: “Het belangrijkste is een goede structuur en daarnaast is er de sociale kant, zodat je je 100 procent welkom voelt. 70 procent van de speelelementen moet voor iedereen bereikbaar zijn en 50 procent ook bruikbaar voor ieder kind. Elk kind is anders, maar zaak is dat iedereen er genoeg kan doen. Ik probeer in ieder geval altijd de leukste dingen voor iedereen bereikbaar en bruikbaar te maken. Daarom is die goede padenstructuur zo belangrijk en dat lukt vooral goed met half verharde paden, zodat iedereen overal kan komen. Ook met een rolstoel of rollator. Verder gaat het echt heel erg om de details en de maatvoering. Net een centimeter te hoog of te laag kan uitmaken of je iets wel of niet kan gebruiken.”
Het gebeurt daarom weleens dat er in een inclusieve speeltuin nooit een kind met een beperking komt spelen. Aan Van Ginneken de schone taak om dat wel te bewerkstellingen, wat ze ook gaat toelichten tijdens het Duurzame & Gezonde Scholen Congres op woensdag 13 november in het Apeldoornse sportpaleis Omnisport. Daar ontdek je veel meer details van inclusieve speeltuinen en schoolpleinen, zoals ‘sensorisch spelen’, ‘onzichtbaar inclusief’ en de belangrijkste factoren die een inclusief groen schoolplein tot een succes maken.
Nog nooit in het bos geweest
Van Ginneken is verder ook een warm pleitbezorger van groene schoolpleinen met volop natuurlijke elementen. “Vroeger speelden kinderen nog in de bosjes, maakten hutten of een boomhut en gingen slootjes springen. Dat zijn verhalen die je je altijd nog herinnert en dat is ook wat we onze kinderen willen meegeven. Maar tegenwoordig is daar zo weinig ruimte voor en zeker in de steden.”
“Ik heb eens aan kinderen in Rotterdam gevraagd wie er weleens in de natuur speelt, waarna een jongetje vroeg of kunstgras ook meetelde. Nou ja! Dat geeft goed aan dat echt heel veel kinderen in de grote steden niet in de natuur komen. Als ik diezelfde vraag in een klas stel, zijn er meestal een stuk of vier, vijf die nog nooit in het bos zijn geweest. Dus nu stel ik die vraag maar niet meer, want dat is zo sneu voor kinderen.”
“Als een schoolplein wel groen is, ervaren kinderen die dat van huis uit niet meekrijgen, een heel nieuwe natuurbeleving. Dan heeft zo’n kind tijdens de moestuinles een wurm op zijn hand en vindt dat ongelooflijk. Of ze halen een wortel uit de grond en vragen of ze dat echt kunnen eten. Dat geloven ze niet. Er valt echt een kwartje en dat is heel belangrijk, ook voor later. Want als je dat als kind niet hebt meegekregen, zorg je later als volwassene ook niet goed voor de natuur.”
Knus plekje
“Het buiten lesgeven moet natuurlijk wel aansluiten bij hoe er binnen wordt lesgegeven. Dat is voor elke school anders en kan er overal anders uitzien. Ik gebruik bijvoorbeeld vaak stenen om daarvan stapelmuren te maken. Het liefst circulair door hergebruik van stenen ter plekke, maar ook van andere projecten of van wat de aannemer over heeft. Ik maak de stapelmuren het liefst zo dat daarin ook weer groen kan groeien. Dat worden heel mooie plekjes met een soort rugdekking, zodat het echt een knus plekje wordt”, besluit Van Ginneken.
Veel meer groene en inclusieve kwaliteiten van schoolpleinen ontdek je in de workshop Een INCLUSIEF groen schoolplein, kan dat? (keuzeronde 3) tijdens het Duurzame & Gezonde Scholen Congres. Ontdek hier het complete programma of meld je meteen aan.
Lees binnenkort op deze website ook het complete verhaal over ‘Natuurspeeltuinen’ met Suzanne van Ginneken.
Blijf nog beter op de hoogte van al ons nieuws en abonneer je op onze wekelijkse nieuwsbrief.
Tekst: Ysbrand Visser
Beeld: Speelnatuur